Periodieke controles

Lees voor

Stabiele fase

 

De POH kan de driemaandelijkse controles zelfstandig uitvoeren. Op indicatie controleren de POH en huisarts de patiënt samen. Bij patiënten die zowel een goed(e) of acceptabel(e) nuchtere bloedglucosewaarde/HbA1C, lipidenspectrum als bloeddruk hebben, volstaat in principe een zesmaandelijkse controle.

Tijdens elke periodieke controle

  • Informeert de huisarts of POH naar:
    •  het welbevinden.
    •  verschijnselen die wijzen op hyper- of hypoglykemie
    •  problemen met de compliantie van het voedings- en beweegadvies en de medicatie.
  • Worden streefdoelen bepaald met de patiënt en de eigen regie besproken.
  • Wordt het lichaamsgewicht bepaald.
  • Wordt de 4-puntsglucosedagcurve bepaald bij patiënten die meermaals daags met insuline worden behandeld.
  • Wordt de bloeddruk gecontroleerd. Naast de gebruikelijke spreekkamermeting, de thuisbloeddrukmeting en de 24-uursmeting, kan de 30 minuten-meting in de praktijk een goed instrument zijn om witte-jassen hypertensie uit te sluiten.
  • Wordt de voortgang van het individueel zorgplan met de patiënt besproken.
  • Wordt een voetcontrole uitgevoerd als de patiënt een risicovoet heeft. Voetcontrole neemt toe in frequentie op geleide van het zorgprofiel: een doorgemaakt ulcus, ernstige neuropathie en standsafwijkingen zijn redenen voor driemaandelijkse voetcontrole, bij de huisarts, POH of podotherapeut (buiten de DBC) en soms bij de voetenpolikliniek in het ziekenhuis (buiten de DBC). Het voetonderzoek is beschreven in een aparte werkinstructie.

Bepalen van HbA1c en (nuchtere) glucose:

  • bij DM2 patiënten die behandeld worden met dieet of orale antidiabetica wordt het HbA1c bepaald afhankelijk van de glykemische instelling van de individuele patiënt.
  • bij alle DM2 patiënten die behandeld worden met één keer daags langwerkende insuline, of meermaals daags insuline, is de 4-puntsglucosedagcurve maatgevend voor eventuele aanpassing van de insulinedosering. Drie- of zesmaandelijks wordt het HbA1c bepaald, afhankelijk van de glykemische instelling van de individuele patiënt. Denk hierbij ook aan de mogelijkheid van bepaling via een filterkaartje.

Aandachtspunten:

  • Bepaling van de (nuchtere) glucose hoeft dus niet bij alle controle-afspraken, en het is aan de POH/huisarts te bepalen of en hoe de glucose bepaald moet worden.
  • Wanneer een nuchtere bepaling wordt aangevraagd kan die door het lab worden ingepland tot uiterlijk 10.00 uur ‘s ochtends.
  • Overweeg bij het aanvragen van visites voor het prikken de noodzaak van nuchter prikken, ook in verband met eventuele thuiszorg in de ochtend.

Handige links

Instructie kaart periodieke controles

NHG-standaard DM 2 controles

Indicaties labbepalingen DM2

Instructie HbA1c voor de zorgverlener (filterkaartje)

Instructie HbA1c thuisafname (filterkaartje)