
Stap 1 t/m 4 van het stappenplan wordt ingezet en vervolgd.
Let op: Leefstijladviezen blijven altijd de basis !
Stappenplan bloedglucoseverlagende middelen (NHG standaard tabel 5):
Handige links:
Er zijn afspraken over taakverdeling en samenwerking rondom insulinetherapie. De continuïteit en 24-uurs bereikbaarheid van zorgverleners moeten gegarandeerd zijn.
Het instellen op insuline is bij bijna alle huisartsenpraktijken een regulier onderdeel van de zorg:
Handige links:
(Bron: NHG standaard DM2)
Handige links:
Hoewel deze middelen een gunstig bijwerkingenprofiel hebben en de cardiovasculaire veiligheid voor een deel van de middelen op de korte en middellange termijn voldoende is aangetoond, is er nog enige onzekerheid over het optreden van bepaalde bijwerkingen (bijvoorbeeld pancreatitis, hartfalen) op de lange termijn.
Behandeling met een DPP4-remmer kan een alternatief zijn voor eenmaal daags insuline als:
Betrek bij de afweging ook factoren zoals mate van gewenste HbA1c-daling, BMI, leefstijl, therapietrouw, noodzaak tot zelfcontrole, contra-indicaties en veiligheid op langere termijn.
(Bron: NHG standaard DM2)
Oudere patiënten met diabetes (DM2) worden relatief vaak ‘overbehandeld’. Hierdoor kunnen, vanwege lage bloedsuikers, onnodige risico’s voor de patiënt ontstaan en onnodige kosten voor de gezondheidszorg. Met name patiënten met een cardiovasculaire aandoening hebben een hoger risico op ernstige complicaties. Uit: Huisarts en Wetenschap, maart 2017.
In de richtlijn Verantwoorde diabeteszorg bij kwetsbare ouderen zijn aanbevelingen opgenomen voor een eenduidige, onderbouwde zorg voor deze patiënten, die zowel thuis als in verzorgings- en verpleeghuizen kunnen wonen [Verenso 2011a, Verenso 2011b].