Onze in- en exclusiecriteria zijn gebaseerd op de meest recente aandoeningsspecifieke set in- en exclusiecriteria van InEen .
In de keten-DBC DM2 worden alleen patiënten opgenomen:
De patiënt kan deelnemen aan de keten-DBC als hij duidelijk toestemming geeft voor het delen van medische gegevens met andere ketenpartners voor de behandeling. Deze toestemming staat daarna in het Ketenzorg Informatiesysteem (hierna KIS). Ook staat duidelijk aangegeven (volgens de verplichte NHG-labcode ‘Deelname ketenzorgprogramma’) dat de patiënt deelneemt aan ketenzorg. Deze labcode helpt bij goede registratie van patiënten die wel en niet deelnemen.
Wanneer een patiënt in aanmerking komt voor ketenzorg, maar door bepaalde redenen opname weigert, wordt dit vastgelegd in het HIS. Dit zijn bijvoorbeeld ook patiënten die niet kunnen meedoen aan de keten.
De patiënt is ‘in zorg’ als hij voor zijn chronische aandoening zorg krijgt waarvan inhoud en levering overeenkomen met de beschreven prestaties in het zorgprogramma.
Een patiënt kan op elk moment worden uitgeschreven uit de DBC. De huisarts is verplicht de patiënt uit de DBC DM2 te halen als:
Exclusie wil niet zeggen ‘geen behandeling meer’. De patiënt valt voor zijn zorgvraag onder reguliere huisartsenzorg.
Handige links:
Werkinstructies toestemming krijgen en informeren patiënt:
Werkinstructies inclusie in KIS en koppeling met HIS: