Periodieke Controle Astma

Lees voor


Bij elke wijziging van medicatie of inhalator, maar minimaal jaarlijks, wordt een inhalatiebeoordeling door de POH en zo nodig een medicatiebeoordeling door de HA gedaan. Daarbij is altijd aandacht voor therapietrouw, inhalatie instructie volgens IMIS-instructies, inhalatietechniek en –vaardigheden en mogelijke bijwerkingen.

De patiënt zit eigenlijk de rest van zijn leven in de monitoring fase. Doordat de symptomen van astma erg wisselend zijn, ‘vergeten’ patiënten weleens dat ze astma hebben. Dit maakt het actief betrekken van de patiënt bij zijn aandoening en het aanleren van zelfmanagement van noodzakelijk. Daarnaast stelt persoonsgerichte zorg de patiënt en zijn wensen en vragen centraal. Ook is het belangrijk om de symptomen onder controle te houden en toekomstige verslechteringen proberen te voorkomen.

Er wordt gebruik gemaakt van de classificatie op basis van de mate waarin het astma onder controle is (conform NHG-standaard). Wanneer het astma onder controle is (bij volw. ACQ ≤ 0,75), is er minimaal jaarlijks een integrale beoordeling door de huisarts of POH volgens het Individueel Zorgplan en de ervaren klachten.

NB: de patiënt die een goede astma-controle heeft met stap 1 medicatie valt niet binnen de keten!

Handige links:
NHG-monitoring Astma

CAHAG screeningsinstrumenten