Definitie en uitgangspunten COPD

Lees voor

Diagnostische fase


Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronisch obstructief longlijden, ofwel COPD), is een verzamelnaam voor longaandoeningen, gekenmerkt door een niet (geheel) reversibele luchtwegobstructie. De obstructie is doorgaans progressief en wordt geassocieerd met een abnormale inflammatoire reactie van de longen op schadelijke prikkels, vooral roken en fijnstofdeeltjes. Naast longklachten veroorzaakt COPD bij een aantal patiënten ook systemische afwijkingen, zoals verminderde spiermassa, gewichtsverlies en soms zelfs pulmonale hypertensie. Genezing van COPD is niet mogelijk, maar we kunnen de ziektelast wel verminderen en de progressie van de klachten afremmen. Toch ervaren mensen met COPD vaak een zware ziektelast die in tijd toeneemt.

  • Bij een longaanval van COPD verslechtert de conditie van de patiënt binnen één of enkele dagen. Kenmerken zijn een toename van dyspneu en hoesten, al of niet met slijm opgeven meer dan de normale dag-tot-dag variabiliteit.
  • Bij patiënten ouder dan 40 jaar stelt de huisarts de diagnose COPD bij klachten van dyspneu en/of hoesten, al of niet met slijm opgeven, in combinatie met een relevante rookhistorie (> 20 jaar roken of > 15 pakjaren), én een afwijkende FEV1/FVC-ratio na gestandaardiseerde bronchusverwijding.
  • Bij COPD louter op basis van andere risicofactoren zoals chronische blootstelling aan fijnstof of aan andere stoffen in arbeidsomstandigheden kan verwezen worden naar de longarts en/of bedrijfsarts. Bij allochtonen kan blootstelling aan fijnstof, zoals biomassarook zeker een rol spelen. Bij deze groep komt COPD daarom ook wel op jongere leeftijd voor.
  • Bij autochtone patiënten jonger dan 40 jaar komt COPD zelden voor. Het is bijvoorbeeld mogelijk bij alfa-1-antitrypsinedeficiëntie of bij misbruik van (hard)drugs per inhalatie. Hiervoor is verwijzing naar de longarts aangewezen.
  • Hartfalen is een bekende comorbiditeit bij COPD, onder andere door veroudering en gemeenschappelijke risicofactoren, zoals roken, vermoeidheid en weinig bewegen. Hartfalen komt voor bij 25 tot 30 procent van mensen boven de 65 jaar met COPD. Andersom is de prevalentie van COPD bij patiënten met hartfalen 20 tot 30 procent. Onderscheid tussen hartfalen en COPD wordt ook bemoeilijkt door overlap van klachten, zoals kortademigheid en verminderde inspanningstolerantie. Als er twijfel is tussen hartfalen en COPD, is verdere diagnostiek nodig.
  • Handige links

NHG Pathofysiologie COPD